Insulineresistentie

Insuline is een hormoon dat wordt aangemaakt door de alvleesklier en is vooral verantwoordelijk voor het bloedsuikergehalte, maar het heeft ook invloed op de vet- en eiwitstofwisseling. Insulineresistentie is een probleem met je insulinegevoeligheid, een aandoening die steeds vaker voor komt. Zodra je iets met suiker of koolhydraten eet, stijgt je bloedsuikerspiegel. De alvleesklier signaleert deze stijging, maakt insuline aan en geeft dit af aan het bloed. De insuline ‘reist’ vervolgens door het bloed en laat de lichaamscellen en weefsels weten dat ze suiker uit het bloed moeten gaan opnemen.

 

De lichaamscellen hebben diverse soorten receptoren, waaronder insulinereceptoren die reageren op insuline, waardoor de lichaamscel de suikers daadwerkelijk kan opnemen. De insuline zorgt er dus voor dat de bloedsuikerspiegel daalt en dat het suiker terecht komt op de plek waar het nodig is, maar als de lichaamscellen stoppen met reageren op de insuline en ongevoelig ofwel ‘resistent’ voor de insuline worden spreek je over insulineresistentie. Je kan dit vergelijken als een sleutel die steeds lastiger past in een slot en uiteindelijk helemaal niet meer past. De sleutel (insuline) kan het slot (de lichaamscel) niet meer opendraaien en het suiker kan niet meer worden opgenomen uit het bloed en blijft daarin aanwezig, samen met de insuline.

 

Niet alléén het eten van voeding met veel suiker of KHD zorgt voor insulineresistentie. Óók te vaak eten, te veel lichaamsvet, overgewicht en te weinig beweging zijn risicofactoren. Insulinegevoeligheid zorgt voor een disbalans in de hormoonhuishouding en dit gaat vaak gepaard met gezondheidsproblemen en is een voorbode van twee zeer veel voorkomende chronische aandoeningen, zoals het metabool syndroom en diabetes II. Insulineresistentie is vaak ook risicofactor bij het ontstaan van een reeks van ziektes, waaronder hart- en vaatziektes, niet-alcoholische leververvetting, PCOS, Alzheimer en kanker. Vaak zie je klachten zoals:

 

  • Futloosheid;
  • Slapeloosheid;
  • Huidproblemen;
  • Appelvormig figuur;
  • Vaak trek en honger;
  • Veel trek in zoetigheid;
  • Menstruatieproblemen;
  • Veel moeite met afvallen;
  • Droge mond (veel dorst);
  • Duizeligheid of desoriëntatie.

 

Gelukkig bestaat er een medicijn tegen. Géén tabletje of pilletje, maar iets veel beters,  EEN GEZONDE LEEFSTIJL!

 

Bij insulineresistentie is het een must om (meer) te bewegen of trainen, maar doe dit gedoseerd. Je lichaamscellen hebben geen suiker- en insuline opgeslagen door hun resistentie, dus geen energieopslag. Je beweegt of traint met een ‘lege accu’, waardoor een hypo als snel kan ontstaan. Mocht dit voorkomen werkt een slokje AA het snelst. Je neemt namelijk dan weer suiker tot je, waardoor je weer energie krijgt. De cirkel is weer rond. Hoe vaker en langer je beweegt, traint en afvalt hoe langer en beter je dit volhoudt.

 

Herken jij zelf hierin of heb je vragen? Vul dan het contactformulier in en in neem contact met je op.